‘Daar bedank ik feestelijk voor,’ is een vreemde manier om te zeggen dat iemand aan iets absoluut niet mee wil doen. Feestelijk bedanken heeft voor mij iets van vreugde en blijdschap. Van ‘zet de geloofsbloemetjes maar buiten’ zodat iedereen iets van mijn geloof kan zien en jaloers wordt en ook mee wil doen aan het grote feest van de Here!
Danken heeft in onze taal een directe verbinding met denken. Danken wil zeggen van de gave opzien naar de gever en verheugd zijn oven diens goedheid. In deze zin kunt u zelf twee hoofdletters zetten. Een G en een D om die zin op Gods goedheid, die zo samenhangt met Zijn genade, te doen duiden. Bekend is de situatie waarbij de Here Jezus een dankzegging uitspreekt over de vijf broden in tegenwoordigheid van ten minste vijfduizend hongerigen. Wij mogen er de duiding in zien dat Hij bij voorbaat dankte voor de uitdeling uit het heilstegoed van Vader. Hij dankt bij het graf van Lazarus, Johannes 11:41.
In Handelingen 27:33-44 zien we dat er schipbreuk dreigt
en Paulus hen die in de positie van drenkeling verkeren de aansporing geeft om brood te eten. ‘En toen hij dit gezegd had en brood genomen had, dankte hij God in aanwezigheid van allen, en na het gebroken te hebben begon hij te eten,’ vers 35.
U mag er wat mij betreft ook wel speels het breken van het avondmaal brood in zien en de gedachtenis daarbij. Die op het schip namen allemaal van het brood en vatten moed en kwamen allemaal aan land, dat zij tot dan toe niet herkend hadden! Herkent u al wel
iets van het u toekomende land? Trouwens, zo’n avondmaalsviering heet met een liturgisch woord: eucharistie en dat betekent: dankzegging, dankbaarheid, lofprijzing. Bij de avondmaalsviering verkondigen wij de dood van de Here Jezus, totdat Hij komt.
De viering is zo in het geheel een dankdagpreek, waaraan allen aan tafel deelhebben. Uiteraard is de dankzegging van de gelovige meer dan de avondmaal dankzegging, als het goed is komt de dankzegging in het leven van de gelovige juist uit de betekenis van
het avondmaal voort. Gods Woord leert ons de dankzegging als een vast patroon van ons levenskleed:
Verblijd u altijd. Bid zonder ophouden.
Dank God in alles. Want dit is de wil van God in Christus Jezus voor u. Blus de Geest niet uit. Veracht de profetieën niet. 1 Tessalonicenzen 5:17-18
Bekleed u dan, als uitverkorenen van God, heiligen en geliefden, met innige gevoelens van ontferming, vriendelijkheid, nederigheid, zachtmoedigheid, geduld. Verdraag elkaar en vergeef de een de ander, als iemand tegen iemand anders een
klacht heeft; zoals ook Christus u vergeven heeft, zo moet ook u doen. En doe boven dit alles de liefde aan, die de band van de volmaaktheid is. En laat de vrede van God heersen in uw harten, waartoe u ook in één lichaam geroepen bent; en wees
dankbaar. Kolossenzen 3:12-15
En de vrede van Christus, tot welke gij immers in één lichaam geroepen zijt, regere in
uw harten; en weest dankbaar. Laat het woord van Christus in rijke mate in u wonen, in alle wijsheid; onderwijs elkaar en wijs elkaar terecht, met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen. Zing voor de Heere met dank in
G
uw hart. En alles wat u doet met woorden of met daden, doe dat alles in de Naam van de Heere Jezus, terwijl u God en de Vader dankt door Hem. Kolossenzen 3:15-17
Verblijdt u in de Here te allen tijde! Wederom zal ik zeggen: Verblijdt u! Uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend. De Here
is nabij. Weest in geen ding bezorgd, maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God. En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten behoeden in Christus Jezus. Filippenzen 4:4-7